Abstracts

Pia Sundqvist

Long gone are the times when the classroom was the sole venue for second or foreign language (L2) learning and the teacher was the main (or perhaps only) source of L2 input. Today, language learning often takes place also outside of institutional settings. In particular, this is true for L2 English, which is readily available online, mainly through the media and the ever-growing entertainment industry. In my talk, I will discuss findings from my own and others’ research on extramural (out-of-school) L2 learning. In addition, I will focus specifically on the relation between playing video games and various aspects of L2 English among learners in primary and secondary school.

View the powerpoint of her presentation here

All references included in the presentation here

Jean-Marc Dewaele

In this lecture I will present an overview of the recent surge of interest in the field of emotion and foreign language acquisition, after many years of neglect (Dörnyei & Ryan, 2015). I will consider individual differences in 1740 learners’ Foreign Language Enjoyment (FLE) and Foreign Language Anxiety (FLA) in the FL classroom (Dewaele & MacIntyre, 2014, 2016). Finally, I present recent research based on data collected from 189 students in two London high schools showing that levels of FLE and FLCA are linked to a complex interaction of learner-internal variables and variables linked to the teacher and teaching practices, including teacher predictability and amount of use of the FL by the teacher.

View the powerpoint of the presentation here

 

Roos Van der Zwaard

In mijn bijdrage zal ik ingaan op communicatiepatronen in de digitale interactie tussen native en non-native speakers van het Engels. Er worden steeds meer digitale institutionele samenwerkingsverbanden opgezet (zgn. telecollaboration) tussen L2 studenten en native speakers, maar er is nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van synchrone (live) digitale communicatiemedia op de interactie. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als studenten eenzelfde opdracht uitvoeren via twee verschillende live media, via de webcam (waarbij de studenten elkaar zien en horen) en via geschreven chat (waarbij de studenten elkaar niet zien of horen maar wel tegelijkertijd online zijn)? Hoe kunnen eventuele verschillen worden verklaard? Welk digitaal medium zou het meest geschikt zijn voor telecollaboration binnen een L2-omgeving? Waar moeten docenten en onderzoekers op anticiperen als ze een telecollaboration project willen aangaan? In mijn analyse ga ik in op zowel socio-culturele factoren alsook op aspecten van de Interactiehypothese (Long 1983), en zal ik voorbeelden geven uit een recent telecollaboration project tussen een Nederlandse en Australische Universiteit.

View the powerpoint of the presentation here

 

Marije Michel

Sinds de opkomst van sociale media heeft schrijven een nieuwe plaats verovert in ons leven. We smsen en appen veelvuldig en chatten met vrienden en familie over de hele wereld. Veel van deze chatinteracties vinden plaats in een taal die niet de moedertaal is van interactiepartners, bijv. het Engels of Nederlands als tweede taal (T2). In deze lezing zal ik uiteenzetten in hoeverre chatten in een T2 bijdraagt an taalleren. In verschillende experimentele studies heb ik gekeken waar T2-gebruikers hun aandacht op focussen tijdens het chatten, hoe interactiepartners elkaars taal hergebruiken en hoe dit bijdraagt aan het vermeren van hun kennis van de taal die ze leren. Op basis van onder meer eye-tracking data zal ik laten zien hoe wij in het taalonderwijs gebruik kunnen maken van schrijftaken via chat.

View the powerpoint of the presentation here

Maribel Montero Perez

In deze studie onderzoeken we het effect van video op het leren van nieuwe woorden. We bestuderen meer bepaald de impact van video met ondertitels en de impact van testaankondiging op het verwerven en verwerken van ongekende woorden. De video en de ondertitels in deze studie worden aangeboden in de vreemde taal die bestudeerd wordt, nl. Frans. Testaankondiging verwijst naar het al dan niet aankondigen dat er woordenschattesten volgen na het bekijken van de video.

Om verwerving te bestuderen gebruiken we woordenschattesten die kennis van vorm en betekenis meten van een set woorden die in de video gebruikt werden maar voor de leerders ongekend zijn. Om de verwerking van die woorden te bestuderen gebruiken we eye-tracking. Deze techniek laat toe om de aandacht van leerders op het scherm (de video en de ondertiteling) te bestuderen en na te gaan hoe lang bepaalde woorden gefixeerd worden. We bespreken ook wat die eye-tracking data ons nu kunnen leren over tweedetaalverwerving en of er verbanden zijn tussen de aandacht van leerders op het scherm en hun scores op de woordenschattoetsen.

View the powerpoint of the presentation here